Hypotheeknemer? Dat zijn wij toch… of niet?

De meeste relaties van ons kantoor vinden het maar lastig. In de documenten voor de hypotheek wordt gesproken over “hypotheeknemer” en “hypotheekgever” Wie is nu wie? We leggen het graag uit.

Bank krijgt extra zekerheid
Wanneer de bank jou geld leent voor de aankoop of verbouwing van een woning, dan wil de bank zekerheid dat de lening wordt terugbetaald. Dat doet de bank door een hypotheekrecht op jouw woning te vestigen. Daarvoor tekenen jullie samen met de bank een akte bij de notaris. Als eigenaar van de woning geef je dus het recht op hypotheek. Daarom ben jij als consument de hypotheekgever en is de bank hypotheeknemer.

 

Je blijft eigenaar van de woning
Wanneer jij toestaat dat er een hypotheekrecht op jouw woning wordt gevestigd, dan blijf je gewoon eigenaar van de woning. Het is dus niet zo dat de bank opeens eigenaar wordt en dit eigendom weer aan jou overdraagt op het moment dat jij de lening hebt afgelost. Je was, bent en blijft eigenaar. Ook wanneer er een hypotheekrecht op de woning wordt gevestigd.

 

Publicatie
Het feit dat de bank op jouw woning een hypotheekrecht heeft gevestigd wordt in registers gepubliceerd die door derden zijn te raadplegen. Daarin staat het bedrag dat je hebt geleend. Wat er niet in staat, zijn de aflossingen die je na het aangaan van de lening doet. Alleen het bedrag bij aanvang is te zien. Deze publicatie heeft vooral tot doel om derden die jou ook een lening willen verstrekken te waarschuwen dat er al een andere partij is die jou geld heeft geleend en daarvoor een zekerheidsrecht op jouw woning heeft. Wanneer de lening helemaal is afgelost, is het verstandig om de notaris te vragen om de vermelding in het register door te halen. Dit voorkomt dat derden denken dat jij nog schulden hebt die er in werkelijkheid helemaal niet meer zijn.

 

Wat houdt dat zekerheidsrecht in?
Door het vestigen van een hypotheekrecht krijgt de bank een aantal extra zekerheden. De belangrijkste zijn:

  • Recht om de woning in het openbaar te verkopen wanneer jij de rente en aflossing niet meer betaalt. In zo’n situatie moet je de woning verlaten. De bank heeft het recht om het pand “leeg” te verkopen. De woning wordt dan geveild. Van de opbrengst wordt eerst de vordering gehaald die de bank op jou heeft. Is er nog iets over dan krijg jij dat uitgekeerd. Is er een tekort doordat de schuld hoger was dan de opbrengst van de woning dan blijft dat een schuld van jou aan de bank.
  • Je kan failliet gaan wanneer jouw totale schulden hoger zijn dan je bezittingen en er geen perspectief is dat je deze schulden ooit zal kunnen betalen. Stel dat jouw bezittingen 50 zijn en jouw schulden zijn 100 dan is de hoofdregel dat de bezittingen liquide worden gemaakt en elke schuldeiser maar 50 % van zijn vordering krijgt. Maar de bank met hypotheekrecht heeft een eigen positie. Die mag de woning weer verkopen en mag de hele opbrengst behouden zolang deze minder is dan de vordering die de bank op jou heeft. In de praktijk betekent dit dus dat de bank een (veel) groter deel van zijn vordering terugkrijgt dan de andere schuldeisers.

 

Je wordt niet zomaar uit je huis gezet
Het is echt niet zo dat wanneer je door omstandigheden, bijvoorbeeld ziekte, werkloosheid of scheiding, problemen krijgt met het betalen van je hypotheeklasten, de bank je meteen uit jouw woning zet en deze in het openbaar gaat voorkomen. Wel is het belangrijk om zodra er serieuze problemen zijn deze zo snel mogelijk bespreekbaar te maken. Daarvoor mag je uiteraard met ons contact opnemen. Wij gaan dan samen met de bank kijken wat wij voor je kunnen doen om ervoor te zorgen dat je in de woning kan blijven wonen. Maar doe je dat liever rechtstreeks met de bank dan mag dat uiteraard ook. Het belangrijkste is dat je zelf zo snel mogelijk laat weten dat er een probleem is. Hoe eerder je dit doet, hoe meer mogelijkheden er vaak zijn om een oplossing te vinden.